Neem contact op: +32 14 96 09 45
Contact | Werken bij |
Uitgangspunten, visie en doel
Uitgangspunten bij het bepalen van de begrenzing van de beekdalen zijn de hydrologische en landschappelijke kwaliteiten alsook de invloedssfeer van de beek. Door Geonius is een integrale visie opgesteld, een zogenaamd beekdalprofiel, ten aanzien van de beekdalbegrenzing. Hierin wordt de huidige beek toekomstbestendig ingepast in het omliggende landschap. Er is niet alleen rekening gehouden met het fysieke en zichtbare beekdal, maar juist ook met de ruimtelijke en hydrologische invloedssfeer van de betreffende beek.
Doel hiervan is om toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van het feitelijke beekdal te reguleren, doordat ontwikkelingsplannen ter controle moeten worden voorgelegd aan het bevoegd gezag.
Beekdalprofiel
Voor de bepaling van de beekdalgrenzen heeft Geonius een beekdalprofiel opgesteld, bestaande uit drie zones. Zone A – de beekloop, zone B – het fysieke en zichtbaar beekdal en zone C – de invloedssfeer van de beek. Het feitelijke beekdal bestaat uit zone A en B. In deze zone geldt een meer beperkende regeling waardoor de openheid en natuurlijke waterhuishouding van het beekdal gewaarborgd blijft. Daarnaast is een belangrijk hydrologisch en/of landschappelijk aandachtsgebied (zone C) toegekend aan de aangrenzende zone.
De door Geonius opgestelde visie, ondersteund door een landschapsanalyse (bureaustudie) en een uitgebreide inventarisatie in het veld, heeft geleid tot nieuwe beekdalgrenzen binnen de gemeentegrenzen. Vanaf 24 maart ligt het Bestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage.
Binnen Geonius waren verschillende disciplines betrokken bij dit project. Civiel tekende de beekdalgrenzen, Landschapsinrichting was verantwoordelijk voor de inventarisatie, visie en onderbouwing en Techniek en Innovatie was betrokken vanuit beleid en ruimtelijke ordening.
Wat is een beekdal eigenlijk?
Ten aanzien van de term beekdal worden door de verschillende overheden (provinciaal, regionaal en gemeentelijk) uiteenlopende definities gehanteerd. Ook binnen de gemeente Leudal bestond hierover onduidelijkheid. Veelal worden beekdalen voornamelijk functioneel omschreven als lagergelegen gronden ten behoeve van de afvoer van water in een gebied. Echter, vaak blijft de ruimtelijke verschijningsvorm onderbelicht, terwijl deze wezenlijk van belang is bij de (cultuurhistorische) beleving en zichtbaarheid van een beekdal. De ondergrond, geomorfologie en bodemgesteldheid is daarbij medebepalend voor de ruimtelijke karakteristiek van een beekdal.